|
||||||||
Ik heb er totaal geen idee van ofKaren, Lorna en Joleen McLaughlin, zoals de Henry Girls uit Malin ,Inishowen, Donegal van hun echte namen heten, hier enige bekendheid genieten. Zelf heb ik het genoegen gehad de dames al een vijftal platen lang te kunnen volgen en dus een fan te kunnen worden van de folkies - die - zoveel - meer - kunnen. Daar moet enig toeval een rol gespeeld hebben, wellicht één of andere goeie slechte vriend, die mij op het bestaan van de dames gewezen heeft, maar in elk geval: ik kén het werk van de dames en ik ben dan ook niet echt verrast bij de vaststelling dat ze zich met hun nieuwe plaat op het repertoire gooien van de Boswell Sisters, hét prototype van de zingende zussen, die bijna honderd jaar geleden de weg bereidden voor anderen acts, zoals The Andrews Sisters, The Ronettes, The Pointer Sisters en zelfs The Beach Boys. Ella Fitzgerald zei ooit over Connee Boswell: “ik wil niet klinken als een andere zangeres, of het moest Connee Boswell zijn” en uit de mond van die Grande Dame klinkt zoiets toch wel bijzonder. De Boswells zetten hun eerste stapjes in de business in de vaudevilles van New Orleans en trokken in 1931 naar New York om er op te nemen bij Brunswick en te gaan zingen bij de ensembles van Jimmy & Tommey Dorsey, Benny Goodman en Glenn Miller. Ze waren in films te zien, onder andere met The Marx Brothers en gingen geregeld langs bij Bing Crosby’s radioshow. Om maar te zeggen: deze dames hebben de standaard gezet voor alle vocale ensembles die na hen kwamen en je kunt het een risico noemen, dat The Henry Girls uitgerekend hun repertoire onder handen wilden nemen en dan nog wel in een live setting. Dat gebeurde in een circustent in het kader van het Eragail Arts Festival van 2019, waar ze begeleid door een septet van muzikanten -gitaar, bas, drums, klarinet, trompet, sax en trombone- een rondgang maken door het repertoire waarmee de Boswell Sisters lichtjes onsterfelijk werden. Joleen McLaughling speelt daarbij ook piano, wat vooral belangrijk is voor de ragtime - geïnspireerde stukjes van dat repertoire en, met de hulp van een enthousiast en dankbaar publiek, zingen de dames zich zo goed als vlekkeloos een weg door liedjes als “Why Don’t You Practice What You Preach”, “When I Take My Sugar to Tea”, “St. Louis Blues”, “Minnie the Moocher’s Wedding Day”, “Mood Indigo”, “I’m Gonna Sit Right Down and Write Myself a Letter”, “Heebie Jeebies” en nog een tiental andere classics, waarin ze hun fraaie stemmen én hun geweldige zangkunsten -die trouwens voor een stuk mee bepaald werden door “onze” Tine Verbeke, de stemcoach, die ook Bono onder handen nam en in de Ierse muziekwereld een heus instituut is, terwijl hier haast niemand haar naam kent- kunnen etaleren en dat bijzonder goed doen. Dat het orkest in hun rug ook een uitmuntende job aflevert, heeft de kwaliteit van deze plaat alvast geen kwaad gedaan en je kunt dan ook rustig zeggen dat de Henry zussen een plaat gemaakt hebben waar je blij van wordt: ze is prima gedaan en het retrosfeertje dat ermee opgeroepen wordt, klinkt overtuigend en authentiek. Wat belet organisatoren hier om, in het post-Corona tijdperk- dit gezelschap de kleine plas te laten oversteken? Een geweldige avond wacht elk die erheen zou gaan, maar in afwachting is deze CD een prima middel om de tijd te overbruggen! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||